Stap 1. Kneed het deeg

• Doe de zachte boter met de bloem in een kom en kneed dit samen.

• Voeg vervolgens de yoghurt, crème fraiche, bakingsoda, een ei en een zakje vanillesuiker toe en kneed het tot een mooi soepel deeg.

• Laat het vervolgens 10 minuten laten rusten.

Ga in de tussentijd naar stap 1.

Stap 2. Maak de vulling

• Meng de olie, suiker, bloem en vanillesuiker samen.

• Bak dit vervolgens twee minuten in een koekenpan op laag vuur, totdat het goudbruin is.

• Verdeel de vulling in twee porties, want we gaan twee koeken maken.

• Verwarm de oven ondertussen voor op 200 graden.

Stap 3. Maak de koek

• Verdeel het deeg in twee bollen en druk met je vingers het deeg plat. Zorg ervoor dat de zijkanten iets dikker zijn dan het midden.

• Doe de helft van de vulling op het platgedrukte deeg en verdeel het gelijkmatig.

• Breng de randen van het deeg in het midden naar elkaar toe en druk het dicht.

• Draai de bol om en maak deze plat. De koek moet ongeveer 1 - 1,5 cm dik zijn.

• Met een mes en vork kan je de koek versieren. Let op dat je je mes of vork niet te diep erin steekt.

• Klop het ei los en besmeer het deeg aan de bovenkant.

• Herhaal de stappen vervolgens voor de tweede koek.

• Bak de koeken 25 minuten in de oven op 200 graden totdat deze goudbruin zijn.